Coaches en scouts zijn continu bezig om veelbelovende talenten te selecteren. Het liefst herkennen zij toptalenten zo vroeg mogelijk, zodat ze kunnen investeren in de juiste mensen. De Israëlische onderzoeker Vladimir Issurin bekeek 92 studies over talentherkenning en destilleerde hieruit de vereiste eigenschappen voor toekomstig sportief succes. Deze lijst kan coaches en scouts helpen bij het herkennen van talenten op jonge leeftijd.
Op naar goud
Willen jonge sporters in de toekomst kans maken op een medaille op de Olympische spelen, dan is het allereerst van belang dat zij specifieke kwaliteiten bezitten die belangrijk zijn voor de sport die zij beoefenen. Denk hierbij aan duurvermogen voor wielrenners, balgevoel en explosiviteit voor hockeyers, en kracht en reactiesnelheid voor boksers.
Daarnaast blijkt dat jonge sporters die goed kunnen leren en snel verbetering laten zien, vaker de top bereiken. Ook is het van belang dat zij de lichaamsbouw hebben die past bij de sport waarin ze willen excelleren. Zo zijn turnsters vaak klein, slank en flexibel, terwijl judoka’s doorgaans gebaat bij een bredere lichaamsbouw.
Willen winnen
Naast bepaalde fysieke eigenschappen hebben talenten een exceptionele houding richting trainen. Zo blijken latere Olympisch kampioenen op jonge leeftijd een ijzeren discipline te hebben, nemen ze initiatief en streven ze ernaar om elke training zo goed mogelijk te presteren.
Daarnaast blijkt uit de vergelijking tussen succesvolle Olympiërs en net wat minder succesvolle atleten, dat sporters meer kans hebben om de top te behalen wanneer zij intrinsiek gemotiveerd zijn, volhardend, toegewijd, creatief en vastberaden. Sporters schoppen het bovendien verder wanneer zij zich op jonge leeftijd al flink ontwikkeld hebben op psychologisch vlak. Toekomstige toptalenten zijn in vergelijking met hun leeftijdsgenoten op jonge leeftijd vaak mentaal weerbaarder, emotioneel stabieler, hebben een betere wedstrijdfocus en zijn beter in staat tot zelfregulatie.
Trainen, trainen en nog eens trainen?
Met uitzondering van sporten zoals turnen en schoonspringen, geldt over het algemeen dat vroege specialisatie niet per se beter is. Getalenteerde sporters in duur-, kracht- en vechtsporten bereiken de wereldtop doorgaans vier tot zeven jaar nadat zij zich specialiseerden in hun sport. Dit staat gelijk aan 3000-7000 uur sportspecifieke training. Turners bereiken de internationale top echter pas na bijna 10 jaar training, gelijk aan bijna 9000 uur turntraining. Het 10.000 uurs principe, waar heel veel coaches en sporters vanuit gaan, gaat dus meestal niet op.
Bron
- Issurin VB (2017) Evidence-based prerequisites and precursors of athletic talent: a review. Sports Med., Epub ahead of print, DOI 10.1007/s40279-017-0740-0