Wat maakt dat profrenners zoals Tom Dumoulin en Steven Kruiswijk zoveel beter presteren dan de recreatieve wielrenners die op een willekeurige zondagochtend hun kilometers maken? Uiteraard blinken zij op fysiek gebied uit. Mede door jarenlange intensieve training hebben ze een zeer hoog zuurstofopnamevermogen en kunnen ze een erg hoog vermogen leveren zonder daarbij te “verzuren”.
Mogelijk zijn topduursporters, zoals Dumoulin en Kruiswijk, ook op mentaal gebied sterker dan hun recreatieve collega’s, bijvoorbeeld in de manier waarmee ze omgaan met een mentaal vermoeiende taak. Mentale ofwel cognitieve vermoeidheid kan zijn weerslag hebben op de gemoedstoestand en de prestatie. Recreatieve sporters presteren bijvoorbeeld slechter als ze mentaal vermoeid zijn (zie hier).
Of profrenners inderdaad beter om kunnen gaan met mentale vermoeidheid dan recreatieve wielrenners is nu onderzocht door een groep onderzoekers uit Australië, Denemarken en het Verenigd Koninkrijk.
Stroop-taak
In tegenstelling tot recreatieve wielrenners blijken profwielrenners niet langzamer te gaan fietsen nadat ze een mentaal vermoeiende computertaak hebben uitgevoerd. Hoewel de taak hen wel de nodige moeite kost, laten ze hun fietsprestatie er niet onder lijden. Recreatieve wielrenners fietsen daarentegen één kilometer per uur langzamer na dezelfde vermoeiende computertaak dan wanneer ze een test hebben gedaan die niet vermoeiend was.
Deze opvallende resultaten vonden de onderzoekers nadat ze elf profwielrenners en negen recreanten een iets aangepaste versie van de bekende “Stroop-taak” hadden laten uitvoeren, en ze daarna zo ver mogelijk lieten fietsen gedurende twintig minuten. Tijdens de dertig-minuten-durende Stroop-taak zaten de renners achter een beeldscherm waarop de woorden “groen”, “rood”, “geel” en “blauw” in willekeurige volgorde verschenen. Hierbij varieerde de kleur waarin de woorden werden afgebeeld tussen groen, rood, geel en blauw. De renners moesten zo snel mogelijk op de knop te drukken die overeenkwam met de kleur waarin het woord was afgebeeld. Het goede antwoord bij het woord “groen” weergegeven in de kleur blauw was dus blauw. Uitzondering hierop was wanneer het woord was weergegeven in de kleur rood, in dat geval was het juiste antwoord het weergegeven woord. Ter controle moesten de renners ook eenmaal fietsen nadat ze een test hadden gedaan die niet mentaal vermoeiend was.
Waar de profwielrenners tijdens beide fietstesten gemiddeld net iets sneller reden dan 44 kilometer per uur, bleken de recreanten na de vermoeiende computertaak ruim één kilometer per uur langzamer te rijden, namelijk 35,5 vs. 34,3 kilometer per uur. Hoewel de profwielrenners de Stroop-taak mentaal even vermoeiend en frustrerend vonden als de recreanten waren ze wel beter in het uitvoeren van de taak; ze gaven beduidend meer goede antwoorden.
Tot slot
Profwielrenners zijn niet alleen fysiek sterker dan hun recreatieve collega’s maar ook mentaal. Hoewel profwielrenners net als recreanten een saaie computertaak mentaal vermoeiend vinden, laten zij hun daaropvolgende fietsprestatie er niet onder lijden. Of dit een aangeboren vaardigheid is of is ontstaan door bijvoorbeeld jarenlange (saaie) duurtraining is vooralsnog onduidelijk. Tegenwoordig bestaat er speciale hersentraining die gebruik maakt van de Stroop-taak. Of deze vorm van training uiteindelijk tot een betere duurprestatie kan leiden is niet duidelijk. Dat is bij topsporters nog niet onderzocht.
Bron
- Martin K, Staiano W, Menespà P, Hennessey, Marcore S, Keegan R, Thompson KG, Martin D, Halson S, Rattray B (2016) Superior inhibitory control and resistance to mental fatigue in professional road cyclists. PLoS ONE, 11 (7): e01159907