In de meeste studies zijn de proefpersonen mannen. Vrouwen zouden minder geschikt zijn als proefpersoon omdat zij behoorlijke hormoonschommelingen hebben gedurende hun maandelijkse cyclus. Onderzoekers veronderstellen dat deze schommelingen het vergelijken van uitkomsten van onderzoek wel eens zouden kunnen beïnvloeden. Gemakshalve gaat men er vervolgens vanuit dat de bij mannen gevonden resultaten ook wel voor vrouwen zullen gelden. Hunter heeft aan de hand van een zeer uitgebreid review onderzocht of deze aanname wel gerechtvaardigd is als het gaat om het optreden van spiervermoeidheid. Daarnaast heeft zij onderzocht of de menstruatiecyclus hier wel zo een grote rol bij speelt.
Spiervermoeidheid
Er zijn meerdere studies waarin de mate van statische en dynamische spiervermoeidheid van verschillende spiergroepen bij zowel mannen als vrouwen is onderzocht. De statische spiervermoeidheid is bepaald aan de hand van de tijd dat iemand een bepaalde kracht, als een percentage van de maximale spierkracht, kan leveren. De dynamische spiervermoeidheid is op verschillende manieren bepaald. Zo is er onderzocht hoeveel verval er in kracht er over de tijd optreedt tijdens een aantal herhalingen van maximale spiercontracties. Een andere methode om vermoeidheid van dynamische spiercontracties te bepalen is door het tellen van het aantal herhalingen dat iemand kan leveren op een bepaald percentage van de maximale kracht.
Statische contractie
Over het algemeen geldt dat de meeste spieren van vrouwen minder snel vermoeid raken tijdens statische contractie in vergelijking met mannen. Het verschil tussen mannen en vrouwen is echter wel kleiner naarmate de intensiteit hoger is.
Dynamische contractie
Er is minder onderzoek uitgevoerd naar spiervermoeidheid tijdens dynamische contracties. De elleboogbuigers van vrouwen lijken minder snel vermoeid te raken dan die van mannen bij een matige intensiteit. De beenspieren van vrouwen lijken net zo snel vermoeid te raken als de beenspieren van mannen.
Menstruele cyclus
De (fase van de) menstruele cyclus lijkt niet van invloed te zijn op de resultaten van de vermoeidheidstests. De hormoonschommelingen zijn blijkbaar niet bepalend voor het optreden van spiervermoeidheid.
Conclusie
Hunter geeft aan dat de verschillen tussen mannen en vrouwen onder andere wel eens zouden kunnen komen door een andere verhouding in langzame en snelle spiervezels. Vrouwen hebben naar verhouding meer langzame spiervezels waardoor ze meer duurvermogen hebben en dus minder snel vermoeid raken. Hoewel nog niet alles duidelijk is over het verschil moet een coach zich realiseren dat mannen en vrouwen niet zomaar te vergelijken zijn als het gaat om vermoeiende spierbelasting.
Bron
- Hunter SK (2014) Sex differences in human fatigability: mechanisms and insight to physiological responses. Acta Physiol., 210: 768-789