Het is voor veel coaches en sportclubs de heilige graal: een talentherkenningssysteem waarmee de nieuwe Lionel Messi of Usain Bolt te vinden is. Elk jaar krijgen honderden jeugdige sporters het predicaat talent, maar slechts een enkeling haalt ook werkelijk de top. Het zou veel tijd, energie en dus geld schelen als al snel duidelijk zou zijn of een kind werkelijk de top in een bepaalde sport kan halen. De laatste jaren is het idee ontstaan dat genetisch onderzoek een bijdrage kan leveren bij het selecteren van talenten. Dit soort onderzoek heeft de laatste decennia een behoorlijke vlucht genomen. Het is door de ontwikkeling van de analysemethoden steeds eenvoudiger en goedkoper geworden om uit te voeren. Er is het nodige sportonderzoek gepubliceerd waarin de genetische eigenschappen van sporters in kaart zijn gebracht en waarbij de link tussen deze eigenschappen en de aanleg voor een bepaalde sport geprobeerd is te leggen. Breitbach en collega’s hebben aan de hand van een literatuurstudie de huidige stand van zaken omtrent talentherkenning en genetisch onderzoek in kaart gebracht.
Genetische eigenschappen maakt nog geen talent
Uit het uitgevoerde onderzoek blijkt dat het in kaart brengen van genen nog weinig bijdraagt aan het werkelijk herkennen van een talent. Het is mogelijk om een aantal basale zaken te voorspellen, zoals spiervezeltypering of lengte, maar dit bepaalt nog niet of een sporter werkelijk de top kan halen. Daarnaast bestaan genen uit ongelooflijk veel “puzzelstukjes” en het is op dit moment nog niet duidelijk of een bepaalde variant leidt tot een exceptioneel talent of nooit tot uiting zal komen. Op dit moment komen onderzoekers niet veel verder dan het in kaart brengen van de genetische eigenschappen en pogingen tot het leggen van een link tussen variaties en fysieke capaciteiten terwijl er nog niets te zeggen is over een oorzakelijk verband.
Naast genetische factoren zijn ook omgevingsfactoren van groot belang op de ontwikkeling van een jonge sporter. Hieronder vallen onder andere opvoeding, eetpatroon, maar ook de mogelijkheden die een kind krijgt om sport te beoefenen. Deze factoren bepalen voor een groot gedeelte of een sporter werkelijk de top zal halen en zijn aan de hand van genetisch onderzoek niet vast te leggen.
Conclusie
Hoewel het erg mooi klinkt om via een snelle methode zoals genetisch onderzoek talenten te herkennen, is dat op dit moment nog niet mogelijk. Het kan door de snelle ontwikkelingen op het gebied van genetisch onderzoek best zo zijn dat de komende jaren dit soort onderzoek ondersteunende informatie gaat geven. Maar op dit moment is het onzinnig om als coach of club veel geld te investeren om de genetische samenstelling van een atleet vast te laten stellen met het idee hét talent van het jaar op te sporen. Daarvoor zitten er simpelweg nog teveel hiaten in de beschikbare kennis. Daarnaast raakt dit soort onderzoek ook de ethische grenzen. Het gaat niet alleen om het in kaart brengen van fysieke capaciteiten van een atleet, maar ook om de kans op een blessure of ziekte. De impact van deze kennis op een atleet is niet te onderschatten.
Het programma EditieNL heeft in de aflevering van 12 augustus 2014 aandacht besteed aan de rol van genetische factoren in de sport. Verslaggever Sander Paulus maakte in het licht van het EK Atletiek samen met Herman IJzerman een item over dit onderwerp.
Bron
- Breitbach S, Tug S, Simon P (2014) Conventional and genetic talent identification in sports: will recent developments trace talent? Sports Med., In Press DOI: 10.1007/s40279-014-0221-7