Slaap en topsport
Over de directe relatie tussen slaap en het leveren van topsportprestaties is tot op heden weinig onderzoek uitgevoerd. Er zijn enkele algemene adviezen om een optimaal slaapritme te bereiken, zoals regelmaat aanbrengen in het slaap-waakritme en het vermijden van fel licht van bijvoorbeeld een TV, een tablet of smartphone vlak voor het slapen gaan (zie hier). Daarnaast zijn er aanwijzingen dat een chronisch slaapgebrek een negatief effect kan hebben op het prestatievermogen. Het is echter onbekend wat voor sporters de optimale slaapduur is. Verder hebben sporters vaak te maken met omstandigheden die het slaapritme verstoren zoals een jetlag en laat op de avond moeten presteren. Vandaar dat Franse onderzoekers in een literatuurstudie zowel het effect van slaap op het prestatievermogen bespreken als het effect van inspanning op slaap.
Effect van slaap op prestatievermogen
Wanneer een sporter één nacht minder slaapt dan normaal heeft dat geen nadelige invloed op de sprintprestatie. Het effect op een duurprestatie is onduidelijk. Soms is een nadelig effect gevonden van acuut slaapgebrek op bijvoorbeeld de maximale zuurstofopname en soms niet. Het is goed mogelijk dat het acute slaapgebrek niet direct tot een lagere maximale zuurstofopname leidt, maar dat het effect indirect tot stand komt doordat sporters zich vermoeider voelen. Welk effect chronisch slaapgebrek heeft op de sportprestatie is lastig te zeggen aangezien geen onderzoek bij sporters is uitgevoerd. Afgaand op indirect bewijs zal het zeer waarschijnlijk een negatief effect hebben, aangezien een chronisch slaapgebrek tot een verminderde concentratie kan leiden.
Effect van inspanning op slaap
Welke invloed fysieke inspanning heeft op de kwaliteit en kwantiteit van de slaap is van veel factoren afhankelijk waaronder het soort inspanning, de duur en intensiteit van de inspanning en het tijdstip op de dag waarop de inspanning plaatsvindt. Volgens de auteurs maakt het voor mensen die van nature goed slapen niet veel uit als zij zich vlak voor het naar bed gaan intensief moeten inspannen. In andere gevallen zal inspanning vlak voor het naar bed gaan de kwantiteit en kwaliteit van de slaap negatief beïnvloeden. Door fysieke inspanning stijgt de lichaamstemperatuur namelijk terwijl de meeste mensen goed in slaap vallen bij een lage lichaamstemperatuur.
Tot slot
Uit deze Franse literatuurstudie blijkt dat de relatie tussen slaap en inspanning, en omgekeerd, zeer gecompliceerd is en van veel factoren afhankelijk is. Hierbij baseren de auteurs zich vooral op indirect bewijs. Er is dan ook behoefte aan objectief onderzoek naar de directe relatie tussen slaap en presteren, en omgekeerd. Het door STW gefinancierde onderzoeksprogramma “optimizing sleep to improve performance in elite athletes” dat aan de Radboud Universiteit in Nijmegen wordt uitgevoerd zal daar in de komende jaren hopelijk verandering in brengen. Vooralsnog lijkt het er in ieder geval op dat sporters zich geen zorgen hoeven te maken over hun prestatievermogen als zij een keer een nacht slechter slapen. Zij voelen zich hierdoor wellicht vermoeider maar de prestatie zal er waarschijnlijk niet onder lijden.
Bron
- Chennaoui M, Arnal PJ, Sauvet F, Léger D (2015) Sleep and exercise: a reciprocal issue? Med. Rev., 20: 59-72