Verontreinigende stoffen
De term luchtverontreiniging omvat fijnstof, ozon, stikstofoxiden, zwaveloxiden, koolmonoxide en vluchtige organische stoffen. Ze hebben elk hun specifieke bronnen, zoals verkeer, landbouw, industrie en omgevingstemperatuur, maar ook bijvoorbeeld dweilmachines en binnenzwembaden. Met betrekking tot de gezondheidsgevaren voor de algemene bevolking heeft de Wereldgezondheidsraad (WHO) in 2021 voor de belangrijkste verontreinigende stoffen richtlijnen opgesteld.
Sporters kunnen via meerdere paden worden blootgesteld aan schadelijke stoffen in de lucht: luchtwegen, huid, mond, maag/darmen en ogen. Inademing wordt als de belangrijkste toegangsweg tijdens het sporten beschouwd – inspanning gaat gepaard met een verhoogde ademhaling via vooral de mond, waardoor de hoeveelheid ingeademde lucht zowel toeneemt als slechter wordt gefilterd. Als gevaarlijke stoffen vervolgens niet direct worden uitgeademd, hopen ze in de luchtwegen op en kunnen daar tot irritatie en vernauwing leiden. Sporters die actief zijn in een omgeving met veel luchtverontreiniging kampen hierdoor vaker met inspanningsgerelateerde klachten zoals benauwdheid en hoesten, een verhoogd risico op infecties en astma.
Ook bestaat het risico dat schadelijke stoffen, wanneer ze zich ophopen in de luchtwegen, worden opgenomen in het bloed en terechtkomen in andere weefsels in het lichaam, zoals het hart en de hersenen.
Aanbevelingen
Hoewel studies bij gezonde mensen op een beschermend effect van – gematigde – lichamelijke activiteit op de gezondheidsrisico’s van luchtvervuiling wijzen, is het nog onbekend of dit ook geldt voor topsporters die veel trainingsuren maken en zich geregeld bij hoge intensiteit inspannen. Ook zijn er aanwijzingen dat gewenning aan een verhoogde concentratie van ozon kan optreden, maar dit effect is slechts van tijdelijke duur en niet onderzocht voor de andere stoffen. De onderzoekers bepleiten daarom dat sporters er in de basis naar moeten streven om de totale dosis aan geïnhaleerde schadelijke stoffen (dat wil zeggen: concentratie x ademminuutvolume x inspanningsduur) zo laag mogelijk te houden.
- Het vermijden van vervuilde lucht staat als gevolg bovenaan de lijst van aanbevelingen voor sporters. Blijf weg van drukke wegen, bouwwerkzaamheden en bosbranden en probeer het groen zoveel mogelijk op te zoeken tijdens het sporten.
- Omdat concentraties van ozon en fijnstof in de middag en avond pieken, is het verstandig om de training in de ochtend af te werken.
- Check de lokale luchtkwaliteit, bijvoorbeeld bij de Atlas leefomgeving, Luchtmeetnet of het Longfonds. Ook zijn er draagbare sensoren op de markt maar de kwaliteit ervan is vaak nog onduidelijk.
- Lukt het je om binnen te trainen, dan is dat een prima alternatief mits er goed wordt geventileerd en/of voldoende luchtfiltering plaatsvindt. IJshallen zijn notoir vanwege het risico op verhoogde uitstoot van fijnstof, stikstofoxiden en koolmonoxide door de dweilmachines. In sportscholen willen vanwege het overmatige gebruik van ontsmettingsmiddelen nog wel eens vluchtige organische stoffen rondzweven.
- Mondmaskers (N95 of FFP2) kunnen een oplossing bieden voorafgaand aan of direct na de wedstrijd. Ook tijdens de training kunnen ze worden gebruikt, maar hou er rekening mee dat ze de ademhaling beperken bij hoge inspanningsintensiteit.
- Wat betreft inhalatie-medicatie die vooral duursporters met inspanningsgebonden astma of bronchoconstrictie gebruiken, zijn er geen aanwijzingen dat het de opname van schadelijke stoffen vergroot. De onderzoekers adviseren om de dosering daarom niet aan te passen als de luchtkwaliteit te wensen overlaat; preventief gebruik door gezonde sporters wordt afgeraden.
- Wel kunnen sporters die te maken krijgen met een verhoogde blootstelling aan ozon, overwegen om uit voorzorg antioxidanten te slikken. De aanbevolen doses hierbij: 250–650 milligram vitamine C, 75–100 milligram vitamine E, en 25 milligram bètacaroteen, voor tenminste één week voorafgaand aan het verblijf.
Conclusie
Sporters krijgen in toenemende mate te maken met luchtvervuiling. Maar terwijl de schadelijke effecten van de belangrijkste verontreinigende stoffen op de gezondheid van de algemene bevolking inmiddels grotendeels in kaart zijn gebracht, blijkt deze kennis in relatie tot inspanning nog behoorlijk achter te lopen. Afgaande op deze eerste serieuze wetenschappelijke inventarisatie is het devies vooral om de blootstelling zoveel mogelijk te beperken.
Bron
- Hung A, Koch S, Bougault V, et al. Personal strategies to mitigate the effects of air pollution exposure during sport and exercise: a narrative review and position statement by the Canadian Academy of Sport and Exercise Medicine and the Canadian Society for Exercise Physiology. Br J Sports Med. 2023;57(4):193-202.