Extreme temperaturen
Sporters zullen in de toekomst steeds vaker bij extreme temperaturen moeten presteren. Pascale Kippelen van de Brunel Universiteit in London gaf een presentatie over de functie van de luchtwegen tijdens inspanning en hoe extreme temperaturen de luchtwegen kunnen beïnvloeden.
Aanpassen
Een belangrijke functie van de luchtwegen is dat ze ervoor zorgen dat de ingeademde lucht zich aanpast aan de omstandigheden in het lichaam. Het inademen van erg koude of droge lucht tijdens inspanning droogt de longblaasjes uit. Dit kan irritatie en vernauwing van de luchtwegen veroorzaken[1,2]. Ongeveer een vijfde van de sporters heeft hier last van: ze kampen met kortademigheid en hoestbuien die hun prestaties belemmeren. Er is sprake van een dosis-respons-effect – hoe kouder en droger de ingeademde lucht, hoe meer de luchtwegen vernauwen. Bij wintersporters komen die klachten vaker voor[2].
Warme lucht
Een relatief nieuwe bevinding is dat ook het inademen van erg warme lucht bij sporters met luchtwegproblemen voor klachten kan zorgen[1,2]. Een mogelijke verklaring is dat de lichaamstemperatuur bij inspanningen in de hitte meer oploopt. Om de stijging in temperatuur te beperken, nemen de ademfrequentie en het teugvolume toe. Hierdoor wordt een groot deel van de luchtwegen geactiveerd, waaronder het stuk waarin zich veel mestcellen bevinden. Deze cellen spelen een rol bij ontstekingsprocessen in het lichaam en kunnen een vernauwing van de luchtwegen veroorzaken[1,2].
Negatieve effecten tegengaan
De negatieve effecten van extreme temperaturen op de luchtwegen bij inspanning zijn op verschillende manieren tegen te gaan. Sporters met klachten kunnen op doktersrecept salbutamol (een luchtwegverwijder) of corticosteroïden (ontstekingsremmers) krijgen[2,3]. Bij gebruik van deze middelen is het raadzaam om de regels die de Dopingautoriteit gesteld heeft te raadplegen. Een andere optie zijn zogenaamde ‘heat and moisture exchange masks’, die de ingeademde lucht verwarmen en bevochtigen, waardoor klachten afnemen[4,5]. Sommige sporters vinden zo’n masker echter oncomfortabel; de voor- en nadelen moeten daarom goed worden afgewogen. Voor zowel de medicijnen als de maskers is nog niet duidelijk hoe ze de prestaties beïnvloeden.
Luchtverontreiniging
Een andere taak van de luchtwegen is bescherming tegen lichaamsvreemde deeltjes en infecties. Ook luchtverontreiniging is iets waar sporters steeds meer rekening mee moeten houden. Valerie Bougault van de Universiteit van Côte d’Azur ging dieper in op de effecten van luchtverontreiniging op de luchtwegen.
Benauwdheid, hoesten en astma
Luchtverontreiniging kan net als extreme temperaturen leiden tot irritatie en vernauwing van de luchtwegen. Sporters die actief zijn in een omgeving met veel verontreiniging hebben niet alleen vaker inspanningsgerelateerde klachten zoals benauwdheid en hoesten, maar kampen ook vaker met astma[2,6]. Hoewel het logisch lijkt dat sporten waarbij het aerobe uithoudingsvermogen centraal staat – en sporters dus een grotere dosis verontreinigende stoffen binnen krijgen – voor meer klachten zorgen, zijn tot nu alleen kleine onderzoeken naar dit verband gepubliceerd en kunnen hier geen harde uitspraken over worden gedaan.
Meerdere vervuilende stoffen
Bougault benadrukte dat luchtverontreiniging niet als één geheel moet worden gezien, maar dat er meerdere verontreinigende stoffen zijn die ieder specifieke bronnen hebben. De belangrijkste verontreinigende stoffen zijn ozon, fijnstof, stikstof en zwavel[2,6]. Hoge ozonconcentraties komen vooral voor in stedelijke gebieden met veel verkeer en vertonen een verband met hoge omgevingstemperaturen. Fijnstof, stikstof en zwavel komen vrij bij de verbranding van fossiele brandstoffen in de industrie, het verkeer of de landbouw. Bepaalde binnensporten gaan ook gepaard met hoge concentraties verontreinigende stoffen. Zo vormen stikstof en chloor in binnenzwembaden stikstoftrichloride, dat luchtwegproblemen kan veroorzaken. Dweilmachines in ijsbanen staan bekend om de uitstoot van grote hoeveelheden fijnstof, stikstof en koolstofmonoxide[2,6].
Voorkomen of verminderen
De voornaamste manier om luchtwegproblemen door luchtverontreiniging te voorkomen of verminderen, is goede monitoring van de luchtkwaliteit en – waar binnen wordt gesport – een goede ventilatie van de ruimte[7]. Groene bufferzones rondom sportvelden en andere buitensportaccomodaties kunnen helpen om de concentraties verontreinigende stoffen in de lucht te doen afnemen. Voor sporters die in een stedelijke omgeving trainen is het aan te raden om buiten de spitsuren of in gebieden met weinig verkeer te trainen[2,7].
Peesstijfheid in warme temperaturen
Ook Adèle Mornas van het Franse Instituut voor Sport (INSEP) in Parijs doet onderzoek naar de invloed van temperatuur op sportprestaties. Wel met een andere insteek: ze houdt zich bezig met de eigenschappen van spier- en peesweefsel bij hoge temperaturen.
Praktische vraag
In Sevilla presenteerde zij nog ongepubliceerde resultaten van het onderzoek dat ze uitvoerde naar aanleiding van een praktische vraag van coaches over hitte-acclimatie. Voor wie goed in de hitte wil kunnen presteren, is het namelijk belangrijk om te acclimatiseren of te acclimeren. Eerder onderzoek heeft laten zien dat spiervezels effectiever kunnen aanspannen na herhaalde blootstelling aan hoge temperaturen[8]. Coaches vragen zich echter af of de stijfheid van pezen hierdoor niet afneemt, wat sporters mogelijk minder explosief maakt en gevoeliger voor peesblessures.
Onderzoeksresultaten
De onderzoeksresultaten wijzen erop dat de eigenschappen van spier- en peesweefsel na een acclimatieprotocol van 2,5 week niet veranderen[9]. Hoewel de hartslag en lichaamstemperatuur van de sporters die in de hitte trainden afnamen – een teken dat daadwerkelijk hitte-acclimatie optrad – waren er geen verschillen in de maximale spierkracht, spierstijfheid en peesstijfheid van de sporters voor en na de acclimatieperiode. Mornas en haar collega’s concluderen dat coaches hitte-acclimatie kunnen inzetten om gunstige aanpassingen te stimuleren, zonder dat het mechanisch functioneren van spieren en pezen hieronder lijdt.
Bronnen
- Kippelen P, Anderson SD, Hallstrand TS. Mechanisms and biomarkers of exercise-induced bronchoconstriction. Immunol Allergy Clin North Am. 2018 May; 38(2): 165-182.
- Rundell KW, Anderson SD, Sue-Chu M, Bougault V, Boulet L-P. Air quality and temperature effects on exercise-induced bronchoconstriction. Compr Physiol. 2015 Apr; 5(2): 579-610.
- Fitch KD, Sue-Chu M, Anderson SD, Boulet L-P, Hancox RJ, McKenzie DC, et al. Asthma and the elite athlete: summary of the International Olympic Committee’s consensus conference, Lausanne, Switzerland, January 22-24, 2008. J Allergy Clin Immunol. 2008 Aug; 122(2): 254-60, 260.e1-7.
- Frischhut C, Kennedy MD, Niedermeyer M, Faulhaber M. Effects of a heat and moisture exchanger on respiratory function and symptoms post–cold air exercise. Scand J Med Sci Sports. 2020 Mar; 30(3): 591–601.
- Jackson AR, Hull JH, Hopker JG, Fletcher H, Gowers W, Birring SS, et al. ERJ Open Res. 2020 Apr; 6(2): 00271-2019.
- Rundell KW, Smoliga JM, Bougault V. Exercise-induced bronchoconstriction and the air we breathe. Immunol Allergy Clin North Am. 2018 May; 38(2): 183-204.
- Kippelen P, Fitch KD, Anderson SD, Bougault V, Boulet L-P, Rundell KW. Respiratory health of elite athletes – preventing airway injury: a critical review. Br J Sports Med. 2012 Jun; 46(7): 471-476.
- Racinais S, Wilson MG, Périard JD. Passive heat acclimation improves skeletal muscle contractility in humans. Physiol Regul Integr Comp Physiol. 2017 Jan 1; 312(1): R101-R107.
- Mornas A, Brocherie F, Guilhem G, Racinais S. Active heat acclimation does not alter muscle-tendon unit properties. Ongepubliceerde data, 2022.