Op 1 januari 2004 is cafeïne van de WADA-dopinglijst gehaald. Sindsdien kunnen atleten dus ‘veilig’ onbeperkt koffie, thee en cola drinken of cafeïnesupplementen innemen. Cafeïne beïnvloedt een aantal processen waardoor de prestatie kan verbeteren. Zo stimuleert het onder andere de spieraansturing, het centrale en het perifere zenuwstelsel en de afgifte van adrenaline. Het nadeel van het huidige ‘bewijs’ rondom de prestatieverbeteringen door cafeïne is dat het is gevonden bij uitputtingstesten. Deze testen zijn voor daadwerkelijke sportprestaties niet echt relevant. Ook is het nog altijd niet duidelijk of cafeïne via koffie even effectief is als cafeïnesupplementen. De in koffie aanwezige zuren zouden de positieve effecten van cafeïne namelijk teniet kunnen doen. Vandaar dat Hodgson en zijn collega’s het effect van het drinken van cafeïne via koffie of opgelost in water hebben onderzocht op een tijdrit.
Dit hebben zij gedaan door acht mannelijke wielrenners/triatleten (VO2max 58 ml/kg.min) vier testen te laten fietsen op een ergometer. Een uur voor elke test dronken de proefpersonen in willekeurige volgorde 600 milliliter koffie, cafeïnevrije koffie, in water opgeloste cafeïne of een in smaak vergelijkbare placebo. De hoeveelheid cafeïne kwam overeen met 5 milligram per kilogram lichaamsgewicht. Tijdens de test fietsten de proefpersonen eerst dertig minuten op vijftig procent van hun maximale vermogen. Vervolgens reden ze een tijdrit waarbij ze zo snel mogelijk een van tevoren vastgestelde hoeveelheid arbeid moesten leveren. Dit kwam overeen met ongeveer 45 minuten fietsen.
Tijdens de submaximale belasting zijn geen verschillen gevonden in de hartfrequentie, de zuurstofopname en de zelf ervaren mate van inspanning (RPE). De proefpersonen fietsten de tijdrit na het drinken van de koffie en na het drinken van de in water opgeloste cafeïne ongeveer 4,5 procent sneller in vergelijking met het drinken van cafeïnevrije koffie of de placebodrank.
Hodgson en zijn collega’s claimen in deze nette studie de eersten te zijn die aantonen dat het niet uitmaakt in welke vorm atleten een hoge dosis cafeïne innemen. Zowel na het drinken van koffie als na het drinken van in water opgeloste cafeïne verbeterde de prestatie. Gemiddeld namen de proefpersonen voor elke test ongeveer 400 milligram cafeïne in. Het lijkt niet al te praktisch om deze hoeveelheid vlak voor een wedstrijd via koffie in te nemen. Dit komt namelijk overeen met ongeveer vijf kopjes koffie. Daar komt bij dat de hoeveelheid cafeïne in koffie aanzienlijk kan verschillen afhankelijk van de herkomst van de bonen, de manier waarop de bonen zijn opgeslagen en de wijze waarop de koffie is gezet.
Bron
- Hodgson AB, Randell RK, Jeukendrup AE (2013) The metabolic and performance effects of caffeine compared to coffee during endurance exercise. PLoSONE, 8 (4): e59561